‘Voorzitter, ik mis bestaanszekerheid!’ 

Door Arnold Posthuma op 19 november 2023

Vorige week was de Begrotingsbehandeling van de gemeenteraad van Voorschoten. Daar mocht ik ook vertellen wat ik van de begroting vond. Ik mistte vooral de aandacht voor bestaanszekerheid in het 181 pagina’s tellende stuk. En nu kan ik daar allerlei tabellen, feiten en grafieken aan koppelen, maar soms zegt één verhaal meer dan duizend woorden. Maak in mijn bijdrage kennis met ‘Petra’. Niet de echte naam, maar wel een bewoner uit Voorschoten die klem zit. Lees dit verhaal en dan begrijpt u hopelijk waarom ik dit raadswerk doe.

Bijdrage PvdA-fractievoorzitter Arnold Posthuma bij de gemeentebegroting 2024:

Voorzitter, het is er niet rustiger op geworden in de wereld. Er is sprake van een enorme verharding. In Europa zijn we omgeven door een vuurzee van conflicten. Spraken we vorig jaar nog over de invasie van Rusland in Oekraïne. Nu zitten we met conflicten in Nagorno Karabach en het vreselijke geweld in Israël en de Palestijnse gebieden. Maar ook in Yemen, Ethiopië, Congo en de Afrikaanse Sahel is het goed mis. En in die omgeving van conflicten ligt Europa…Ligt Nederland….ligt Voorschoten.

Als we het over die conflicten hebben. Hoe moet je dan als Voorschoten reageren, op bijvoorbeeld het conflict in Palestina en Israël? Ik wil daarom mijn betoog beginnen met mijn complimenten uit te delen aan het College. Ik was erg te spreken over het kleine gebaar om de vredesvlag naast ons stadhuis te laten wapperen. De vredesduif als eeuwenoud symbool van hoop. In het Oude Testament stuurt Noah (voor wie geen catechese vroeger gehad heeft; die van de Ark) een duif uit die terugkeert met een olijftakje. Hierdoor wist Noah dat het water van de zonvloed, eindelijk begon te zakken en plaats ging maken voor land. Een mooie metafoor van hoop in deze onzekere tijden.

Maar hoop is geen strategie voorzitter, noch een garantie dat we de toekomst naar ons hand kunnen zetten. Of zoals een wijs man eens zei: ‘Hoop is een goed ontbijt, maar een slecht avondmaal.’ Daarom we bespreken we als onderdeel van de strategie van onze toekomst in Voorschoten deze begroting. Om te zien of deze hoop ook effect gaat hebben voor onze inwoners.

Allereerst moeten we zeggen dat deze begroting een helder en leesbaar verhaal is geworden. Ik vind dat echt een verbetering in vergelijking met de vorige begrotingen. Verder zijn de perspectieven van ons huishoudboekje met de septembercirculaire beter. Het ravijnjaar wordt uitgesteld naar 2027 en is minder diep: nog maar een half miljoen euro in de min. Geen reden om de boel maar te laten waaien, maar wel realiserend dat er ruimte is voor goede investeringen in ons dorp. Verder vind ik het positief dat de gemeente ook stelt dat de kwaliteit van dienstverlening- zoals reageren op brieven en bewoners terugbellen- veel beter kan. Dit toont zelfreflectie.  Eén die nodig is alvorens verbeteringen door te kunnen voeren.

Bestaanszekerheid is een belangrijk thema bij de verkiezingen over 2 weken. Hoe staat het hier eigenlijk mee in Voorschoten? In de begroting lezen we dat er regelingen zijn. En dat er  een noodfonds van 1 ton waar geen gebruik van wordt gemaakt.  In oktober spraken we in de commissie M&S over een kritisch rapport van de Rekenkamercommissie over het minimabeleid in ons dorp. Enkele conclusies:

1 Veel minima zijn niet op de hoogte van gemeentelijke regelingen die ondersteuning kunnen bieden

2 Inwoners hebben moeite met de hoeveelheid aan te leveren informatie om de ondersteuning te ontvangen

3 Inwoners vinden de consulenten niet klantgericht, vaak onbereikbaar en er is weinig ruimte voor maatwerk.

Dat wordt ook duidelijk uit het verhaal van iemand met wie ik laatste sprak.

Laten we deze persoon voor het gemak Petra noemen. Niet haar echte naam. En nee, ze heeft niet meegedaan aan het zeer kritische onderzoek van de Lokale Rekenkamer over het minimabeleid (https://www.rekenkamerwvolv.nl/maak-minimaregelingen-bekender/ ). Petra is een alleenstaande moeder met twee kinderen. Ze is een trotse vrouw. Wil graag haar eigen boontjes doppen, maar dat lukt door omstandigheden helaas niet. Ze is aangewezen op de hulp van de gemeente Voorschoten. Ze woont al meer dan 30 jaar in dezelfde corporatiewoning. Met een keuken die 25 jaar oud is en een badkamer die al bijna 50 jaar meegaat. Waarschijnlijk zit er ook nog asbest in de badkamer. Verder heeft ze ook nog een ouderwetse gasgeiser die eigenlijk in 2017 al vervangen had moet worden. Maar goed. Niet meer over zeuren, het staat eindelijk te gebeuren: de corporatie gaat over tot renovatie van de woning.

Onder meer een nieuwe badkamer en een nieuwe keuken. Met een nieuwe keuken komt ook: elektrisch koken. Dit betekent: nieuwe kookplaat, nieuwe pannen, nieuwe potten. Die kosten zijn voor de huurder. Wat ook speelt: de afzuiger is ook al een tijdje kapot. Petra kookt al jaren met de deuren en ramen wijd open. Geld voor een nieuwe afzuiger heeft ze niet. Ongezond, vanwege het vrijkomen van allerlei fijnstof. Ook kan de keuken en de woonkamer- vanwege het ontbreken van diezelfde afzuiger- eigenlijk wel een likje verf gebruiken.

Petra houdt er niet van haar hand op te houden. Ze vraagt als lening bijzondere bijstand aan. Maar daar begint het ge- emmer al. De aanvraag. Vanaf het begin van de week probeert ze telefonisch contact te zoeken met de consulent. Ze wordt twee dagen lang niet teruggebeld. Stress. Uiteindelijk krijgt ze op donderdag, na flink doorpraten bij de receptioniste van de gemeente Leidschendam-Voorburg, de consulent aan de lijn. De consulent reageert onvriendelijk en kortaf. De consulent geeft bij voorbaat aan dat Petra waarschijnlijk niet voor bijzondere bijstand in aanmerking komt. Ook wordt Petra bevraagd of ze niet had kunnen sparen voor deze uitgaven? Een opmerking die haar raakt, gezien haar krappe financiële situatie. Petra houdt zich in. Want onvriendelijk gedrag kan ook leiden tot strafkorting van je uitkering. Na veel vijven en zessen, zegt de consulent het verhaal van Petra te gaan controleren bij de woningcorporatie. En de consulent zegt er en passant bij dat er een wettelijke termijn van 8 weken geldt om op het verzoek van Petra te reageren. Petra krijgt op dat moment geen formulier om de aanvraag te doen. Die nacht ligt Petra wederom met stress in bed. Gaat de aanvraag überhaupt wel lukken? De consulent zou voor het weekend terugbellen, maar dat gebeurt niet. Zonder aankondiging ontvangt ze verrassend genoeg het formulier een dagje later op haar huisadres. Petra vult het formulier als de wiederweerga in en stuurt het direct terug naar de gemeente. Na 1,5 week komt er reactie van de consulent. Schriftelijk. Petra ontvangt een lening van 400,- voor de kookplaat en 50,- voor een nieuwe pannenset. Allemaal in de vorm van een lening. Geld voor de afzuigkap, verf voor de keuken- en woonkamer en eventuele rolgordijnen zit er niet, want dat is ‘niet noodzakelijk’. Er wordt verder niet doorverwezen naar Voorschoten voor Elkaar of een Armoederegisseur van de gemeente Voorschoten. Ik zal haar daar later wel op wijzen.

Het voorbeeld van Petra illustreert dat hier iets volkomen misgaat. Ik kan me hier zo over op winden. Gebrek aan tijd, doorvragen naar de problematiek, de onzekerheid over de aanvraag en de grote mate van afhankelijkheid. En mind you, dit gaat om een lening voorzitter. Je vraagt je af hoe dit bij een schenking gaat.

Voorzitter, dit kan niet de bedoeling zijn van het systeem dat we met zijn allen hebben opgetuigd om mensen in Voorschoten te helpen. Voor de goede orde: dit is geen kritiek op de consulent die Petra geholpen heeft. Dit is kritiek op de opdracht die de consulent van onze bestuurders heeft meegekregen, met de beschikbare tijd en middelen die daarbij horen. En om eventueel maatwerk toe te passen. Dit is een opdracht van dit College dus en daar spreek ik hen op aan.

We kunnen dus wel denken dat het allemaal goed gaat in Voorschoten, maar de werkelijkheid is heel anders. En wat doet de gemeente dan met die begroting 2024: er wordt met geen woord over bestaanszekerheid gesproken. Geen woord. En volgens de planning moeten we nu wachten tot 18 januari 2024 wanneer in de commissie Mens en Samenleving een startnotitie minimabeleid wordt besproken. Een startnotitie is in wezen een beleidsarme notitie dus als je niet uitkijkt zullen we pas na de zomer nieuwe beleidsvoorstellen van het college tegemoet zien. Dat is onacceptabel. En daarom motie waarin de raad het college verzoekt om op 18 januari ook een kritische reflectie van het college te krijgen met antwoorden op de vraag hoe het komt dat bewoners niet worden bereikt?  En wat er op korte termijn wordt gedaan als antwoord op de analyse van de Rekenkameer Commissie.

Ik wil daarom twee MOTIES indienen: Een motie met het voorstel om de Cliëntenraad weer in ere te herstellen en er voor zorg te dragen dat de stemmen van de cliënt echt weer gehoord gaat worden. De tweede motie gaat over onder de aandacht brengen van het Noodfonds en daarvoor middelen vrijmaken.

Dan weer verder met begroting. Begroting gaat over beleid en over geld. De najaar circulaire is als een reddende engel op Voorschoten neergedaald en dat leidt tot een aanzienlijk positiever financieel vooruitzicht. Maar op de middellange termijn blijft voorzichtigheid geboden. Zo antwoordt het college op vragen van de PvdA dat in de loop der jaren de exploitatieruimte afneemt door de toename van de kapitaallasten en de toename van de schuldaflossing (inclusief rente). Het neemt toe van 6.4 % van de exploitatie in 2024 tot 8.9% in 2027, in absolute getallen met 1.2 miljoen.

We moeten dus voorzichtig zijn, als college en als raad. En daarbij past niet dat de raad wordt gevraagd in te stemmen met het beschikbaar stellen van krediet voor investeringen zonder dat de raad een voorstel heeft ontvangen ter onderbouwing hiervan, zonder dat de raad een investering heeft kunnen afwegen tegen andere investeringen, zonder dat de raad heeft kunnen kennis nemen van een financiële onderbouwing.

En dat brengt mij tot onze volgende drie amendementen. Allereerst ons amendement over de Richard Wagnerlaan. We hebben nog geen case gezien, maar twijfelen of we op voorhand zoveel geld voor dit gebouw moeten uitgeven als er zo weinig bestemming voor is.

Vervolgens ons amendement over de IJsbaan. We denken dat de beslissing daaromtrent echt in samenhang gezien moet worden met de flexwoningen. Bovendien hebben we als raad ingestemd met een haalbaarheidsonderzoek; niet met het aanleggen van de baan.

Vervolgens ons amendement over de Atletiekbaan. We hebben enorm veel sympathie voor een nieuwe atletiekbaan, maar vinden ook dat we dit voorstel in zijn geheel moeten zien, zoals verdeling van verantwoordelijkheid en onderhoudskosten. Maar ook hoe het in verhouding staat tot andere plannen.

Tenslotte, het college stelt voor om een aantal jaren telkens 2 ton vrij te maken voor een stelpost organisatieontwikkeling. Wederom extra geld voor ontvlechting en organisatieontwikkeling. Het is een soort black box waarbij het college vraagt om maar weer de beurs te trekken. Natuurlijk, een goede ambtelijke organisatie kost geld en het college zal al snel zeggen dat de raad niet over de organisatie gaat, maar ja , we gaan wel over het geld. Daarom willen we een motie indienen waarin we het college oproepen om uit te leggen waar dat geld nu precies aan besteed gaat worden en ons als raad daar periodiek over bij te praten.

Arnold Posthuma

Arnold Posthuma

Ik ben geboren (1981) en getogen in het mooie Brabant. Opgegroeid in een hecht katholiek gezin. Al jong de kwetsbaarheden van het bestaan ervaren door het leven met mijn geestelijk gehandicapte zusje. Zelf een doorsnee jongen; voetballen, schaken, school, vrienden en al snel politieke interesses. Politicologie gestudeerd in Nijmegen, en korte tijd in Polen. Als

Meer over Arnold Posthuma