Bestuurders of …. ouderwetse regenten?

Door Ad de Graaf op 29 januari 2018

Voorschotenaren mogen nog niet meepraten over de bestuurlijke toekomst van het dorp. De burgemeester vindt het nu  niet nodig en niet verstandig. Nadat door de PvdA is aangedrongen op meer betrokkenheid van burgers sprak de burgemeester: Wij willen dat nu juist niet, want dan wordt het onderzoek normatief.

Op 26 februari mocht een commissie van de gemeenteraad luisteren naar een verhaal van prof. Klaartje Peters over de opzet van een onderzoek naar de Bestuurlijke Toekomst van Voorschoten. Daaruit moet blijken wat de voor- en nadelen zijn van samenwerking of fusie met Leiden, Wassenaar of Wassenaar plus Leidschendam-Voorburg. Om een antwoord op die vraag te kunnen geven, moet eerst worden onderzocht wat de belangrijke opgaven voor de gemeente zijn, wat komt er op ons af en wat vinden we belangrijk?

Voorschotenaren buiten spel

Maar wie bepaalt eigenlijk wat die belangrijke opgaven zijn? De Voorschotenaren niet in ieder geval, want de onderzoekers spreken alleen met ambtenaren en b & w. En daar wringt de schoen. Want de Vlaamse professor Paul Verhaeghe schrijft terecht dat gekozen uitgangspunten, onderzoeksvragen en criteria de uitkomst van elk onderzoek sturen. ‘De toegepaste onderzoeksmethoden kunnen objectief zijn, de uitgangspunten en gebruikte criteria zijn dat nooit’.

Dus, wie bepaalt er wat de belangrijkste opgaven voor Voorschoten zijn? Ziet de ‘inner circle’ van b & w en ambtenaren dezelfde opgaven als ondernemers, als burgers met een kleine beurs, als jongeren of als ouderen? Dat is maar de vraag. En wie bepaalt wat belangrijke en wat minder belangrijke opgaven zijn?

Inspraak, maar we doen er niets mee

Gelukkig was er in de commissie gelegenheid om vragen te stellen over de werkwijze. Dat was heel fijn. Maar wat heb je eraan als blijkt dat het niet de bedoeling is van b & w  dat vragen leiden tot verandering. Zelfs de bescheiden vraag van de oppositie dat de onderzoekers ook de  fractievoorzitters van de oppositie interviewen, werd afgewimpeld.

Kortom, je mag luisteren, je mag vragen stellen, maar er verandert niets. Voorschotenaren kunnen er volgens b & w  maar beter even niet bij betrokken worden, want dat beïnvloedt de objectiviteit..

Het kan anders

De PvdA vindt het wèl belangrijk dat het onderzoek wordt verbreed en zich niet alleen in het Gemeentehuis afspeelt. Natuurlijk is het onmogelijk om iedereen er bij te betrekken. Maar waarom zou je niet op een zaterdag drie (representatief samengestelde) groepen met elk 20 Voorschotenaren onder leiding van een onafhankelijk voorzitter kunnen laten praten over de vraag wat zij de belangrijke opgaven vinden voor ons dorp? Misschien zal het in eerste instantie alle kanten opgaan, maar daarna zal blijken dat er ook overeenkomsten zijn, waarbij de één de ene opgave belangrijker vindt dan de andere. Maar het zal een rijkdom aan informatie bieden en betrokkenheid plus draagvlak vergroten.

En waarom laat je vervolgens niet op een zaterdag diezelfde drie groepen bij elkaar komen om het concept onderzoeksrapport te bespreken waarbij slechts één vraag aan de orde is: biedt het rapport voldoende informatie om tot een goede discussie in Voorschoten te komen.

De angst van regenten

Maar bestuurders die willen beheersen vinden zoiets doodeng, zeggen dat het niet kan, dat het een puinhoop wordt of dat het onderzoek dan niet meer objectief is. De PvdA kijkt hier anders naar en ziet in het mobiliseren van betrokkenheid, creativiteit en denkkracht juist de mogelijkheid om onze ‘bestuurskracht’ te versterken.

Maar het college van b & w wil het niet en er is geen meerderheid in de gemeenteraad die zich hard maakt voor het betrekken van inwoners bij het onderzoek over de toekomst van ons dorp. Intriest!

Tijd voor verandering

Moderne bestuurders of ouderwetse regenten? Het is in elk geval hoogste tijd voor verandering want Voorschoten verdient beter dan dit VVD, CDA en ONS college.

 

Ad de Graaf

Ad de Graaf

Wie is Ad de Graaf? In 1951 ben ik in Den Haag geboren. Opgegroeid in het Laakkwartier ging ik rond mijn twintigste sociologie studeren in Leiden. Als spoorstudent reisde ik heen en weer. Dat was goedkoper. Na mijn afstuderen ging ik in Amsterdam werken in het vormingswerk voor werkende jongeren. Enkele jaren later vertrok ik

Meer over Ad de Graaf