Raadslid Henk Overbosch (PvdA) heeft het college een aantal vragen gesteld over wie akkoord is gegaan met het verzoek van de firma Niersman een aantal wijzigingen aan het paviljoen toe te staan, waaronder het vergroten van de kelder.
De raad heeft in juni 2013 het bestemmingsplan Deltaplein vastgesteld met een paviljoen van twee verdiepingen: 210 m2 begane grond en 110 m2 eerste verdieping. Totaal 320 m2. Het inmiddels gerealiseerde paviljoen heeft nu ook een forse kelder en daardoor een oppervlakte voor horeca dat bijna 40 % groter is, 444 m2. De afgelopen periode zijn er veel vragen opgekomen over de vergunningverlening voor dit veel grotere pand. De fractie van GroenLinks heeft eerder schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden daarop werden besproken in een commissievergadering van 7 september. Op 5 oktober heeft Henk Overbosch van de PvdA vervolgvragen gesteld in de commissie over de vergunning. Ook toen was het antwoord: het bestemmingsplan is leidend.
Op 17 oktober jl. heeft het college van B&W een informatiebrief gezonden aan de raad.
Het college schrijft dat begin 2016 de firma Niersman toestemming kreeg voor het doorvoeren van “een ondergeschikte wijziging”. Het ging om “het verplaatsen van een gevel begane grond plus vergroten kelder”. “Deze wijziging is beschouwd als een ondergeschikte wijziging “, zo schrijft het college.
In de commissie Burger en Bestuur van 26 oktober vroeg Henk Overbosch wie dat besluit heeft genomen en wanneer. Hij heeft de besluitenlijsten van het college van 1 januari tot en met 25 april 2016 doorgenomen, maar geen besluit kunnen vinden. Wethouder Mol en de burgemeester konden deze vraag niet direct beantwoorden.
Henk Overbosch heeft inmiddels schriftelijke vragen gesteld om te weten te komen wie die forse uitbreiding van het paviljoen heeft toegestaan. Heeft hij niet goed gezocht in de besluitenlijsten van het college ? Dat zou kunnen. Als echter niet het college dit heeft besloten, was het dan een wethouder ? Als dat zo is, hoe houden wethouders en de burgemeester dan elkaar op de hoogte van de zaken waar zij mee bezig zijn ? Hoe kunnen zij hun wettelijke collectieve verantwoordelijkheid dragen ? In haar eerste “Jaarbericht burgemeester van Voorschoten” deelt de burgemeester met de raad haar ervaring over wat zij noemt “het gebrek aan integraliteit” dat zij bij het college aantrof. In haar tweede brief van 9 oktober ziet zij inmiddels wel verbeteringen. Henk Overbosch vraagt nu concreet hoe begin 2016 de besluitvorming over dat verzoek van de firma Niersman is gelopen, hoe het besluit is vastgelegd en hoe het aan de firma ter kennis is gebracht.
De vergunning aan Hudson kan alleen verleend worden op basis van 320 m2. Het college wil nu de 40 %-uitbreiding van de vierkante meters wel legaliseren voor horeca en geeft aan dat de gemeenteraad het mogelijk heeft gemaakt dat het college dit zelf kan afdoen. Henk Overbosch vraagt om precies toe te lichten hoe dit in elkaar steekt, te meer omdat het college in dat verband niet schrijft over 144 m2 uitbreiding, maar over “extra 100 m2”.
In de afgelopen jaren zijn er veel discussies geweest over het belang van bestemmingsplannen. De PvdA heeft in de raad altijd bepleit dat bestemmingsplannen burgers en bedrijven zekerheid moeten verschaffen. Het is een belangrijk juridisch instrument. Het college daarentegen benadrukte altijd het belang van flexibele planologie en het snel moeten kunnen inspelen op gewijzigde omstandigheden. De laatste vraag aan het college is dan ook wat anno 2017 nog de waarde is van het door de raad in 2013 vastgestelde bestemmingsplan Deltaplein.
Tot slot. De PvdA neemt het een ondernemer niet kwalijk dat hij voor zijn belangen opkomt. De rechtszekerheid voor inwoners en ondernemers vraagt echter dat duidelijk wordt wat er begin 2016 in het gemeentehuis is gebeurd toen de firma Niersman iets anders en meer wilde dan was toegestaan.