Kadernota 2025 is nota zonder kaders

Door Arnold Posthuma op 16 juli 2024

Vlak voor het zomerreces besprak de gemeenteraad  van Voorschoten de Kadernota 2025. Het is, zeg maar, de algemene beschouwingen van de lokale politiek. Waar de kaders worden geschetst van de begroting van 2025 en de jaren die volgen. Het probleem is dat deze Kadernota een nota is zonder kaders. Lees daarover de hieronder in de gemeenteraad uitgesproken tekst van fractievoorzitter Arnold Posthuma. Lees waarom dat echt een probleem is.

Voorzitter, we zitten nog midden in een Europees Kampioenschap voetbal. Waarin je ondanks veel geblesseerde spelers met de juiste wedstrijdinstelling, talent en een portie geluk bijna zo tot een EK- finale kan doordringen. En waar we iedere avond op tv horen hoe het anders moet. Door allerlei stuurlui die aan wal staan. Want ja, voetbal is toch een simpel spel van 22 mannen of vrouwen die achter aan bal aan hollen en uiteindelijk winnen de Duitsers. Dat beeld krijg je wel als al die voetbaltafels moet geloven. Maar dat is een misvatting. Sowieso van de Duitsers (want zij liggen allang uit de het toernooi), maar meer nog over het spel zelf.

Het spel voetbal is de afgelopen jaren namelijk sterk geëvolueerd. Voetballers zijn veel meer dan vroeger atleten geworden. Ze zijn fitter, sneller en slimmer dan ooit. De tactieken van vandaag, overstijgen die van 40 jaar geleden. Het spelletje lijkt nog hetzelfde als voorheen, maar heeft door de grote aanwas van talent, informatie en geld een flinke vlucht genomen. Ook de gemeenten zijn ook niet meer de gemeenten van 40 jaar geleden. De opgaven zijn veel groter en complexer geworden.

Voetbal en politiek, voorzitter: De grappig bedoelde kantineklets aan de voetbaltafels waait de afgelopen jaren helaas over naar de politieke tafels. Een grote overschatting, overigens van beide tafels. In de politiek, ligt het nog iets gecompliceerder dan bij voetbal. Als het simpel klinkt, is het vaak te mooi om waar te zijn. Eenvoudige oplossingen zijn er meestal niet. Politiek bestaat bij de gratie van conflicterende belangen en tegengestelde waarden. Die regelmatig met elkaar botsen, maar waarover we wel een knoop moeten doorhakken. De Kadernota is zo’n complexe aangelegenheid waar we knopen over moeten doorhakken.

Het is ook de reden dat we vandaag bij elkaar zijn. Een nota waarin een droef financieel beeld wordt geschetst. Zowel in de lopende begroting als in de oplopende schuldquote. Dit beeld geldt overigens niet alleen voor Voorschoten. De tekorten in de begrotingen van verschillende gemeenten zijn aanzienlijk en lopen de komende maanden structureel op. Hierdoor ontstaat een grote onbalans tussen taken en middelen: de taken en opgaven nemen toe, terwijl de structurele middelen juist afnemen. Dit bedreigt de slagkracht van iedere gemeente, maar vooral voor de wat kleinere gemeenten. En juist dus ook voor Voorschoten.

Het is op dit moment een wezenlijke andere situatie dan in de vorige Kadernota’s. Er is sprake van een andere investeringsomvang. We gaan veel meer doen onder meer door het grootschalige, achterstallige onderhoud: van ons riool, de sportaccommodaties, de scholenbouw, ons cultureel centrum, gemeentehuis, bieb, sporthal, zwembad en zo kan ik nog wel even verder gaan. Lang verhaal kort: de kapitaallasten gaan enorm toenemen en dat drukt de komende jaren op de exploitatie, omdat we geld moeten gaan lenen.

 

Verder hebben we het Ravijnjaar vanaf 2026 /én de Meicirculaire van dit jaar. Het is met name de korting uit het Gemeentefonds dat ons in de problemen brengt. Ik zie in de Kadernota dat er enkele ombuigingen worden gedaan. Maar ik zie niet of het College overwogen heeft om ook iets aan de inkomstenkant te doen.

Het zijn allemaal zorgelijke ontwikkelingen. En dan zou je verwachten dat in deze Kadernota kaders worden gesteld en nadrukkelijke keuzes worden gemaakt.  Maar voorzitter, echte kaders zie ik in deze Kadernota niet. De eerste vraag van ons is dan ook: Beste College, waar is de Kadernota?

Het huidig document dat door gaat als kadernota biedt op dit moment nog geen kaders voor het formuleren van prioriteiten en posterioriteiten. Dit allemaal in een context van een oplopend, negatief structureel saldo en grote, voorgenomen investeringen. Die laatsten zullen een toenemende druk op de reguliere exploitatie veroorzaken. Wij zijn van mening dat de complexe financiële positie van Voorschoten een raadsbrede bespreking in de raad behoeft, in een fase voorafgaand aan een uiteindelijke begroting van het college.

We willen graag raadsbreed een debat in september 2024 hebben. Het liefst direct na de zomer; anders in het voorjaar van 2025, voor de Kadernota van 2026.. We weten dat het College ambtelijk al een inventarisatie heeft gemaakt van bezuinigen voor een bedrag van tussen de 4,5 en 5 miljoen euro. Dat is werk is gewoon al gedaan. Daarom dien ik amendement 302 en een motie 327 in. Eén amendement die  deze Kadernota relativeert en verzoekt om een nieuwe bespreking in de maand september. De motie gaat over dat alle voorstellen op tafel komen te liggen, vooral als het gaat om de inkomstenkant. Mijn partij wil graag dat we ook naar de inkomstenkant gaan kijken en dat heel expliciet als raad bespreken.

Dan nog even over de motie 332 van coalitiepartijen. Allereerst stemmen de coalitiepartijen in met het vaststellen van de kadernota als uitgangspunt voor de begroting 2025. Daarmee wordt dus ook ingestemd met het hanteren van de uitgangspunten investeringsplanning als uitgangspunt voor de (meerjaren)begroting. Dat is dus (nogmaals) vastgesteld beleid.

Dan is de kadernota dus vastgesteld, en dan zegt de coalitie in een motie (een vriendelijk verzoek aan het college) : oh ja, we hebben ons bedacht en vinden dat u de kadernota inclusief de investeringsplanning toch maar niet moet beschouwen als uitgangspunt voor de begroting. Daarbij geen prioriteiten of posterioriteiten mee te geven,  maar uitsluitend algemene uitgangspunten uit het handboek bezuinigen mee te geven. In formele zin vind ik dit erg vreemd, in materiële zin creëer je volstrekte onduidelijkheid over de vraag wat nu wel en nu niet gaat gebeuren in de hoop dat het college met oplossingen komt. En ook het dorp laat je daarmee in volstrekte verwarring achter. Als de coalitiepartijen zichzelf enigszins serieus nemen als verantwoordelijke partijen moeten ze voor ons amendement stemmen en hun eigen motie intrekken.

In deze Kadernota zien we wel enkele prioriteiten genoemd, zonder daar financiële kaders aan te hangen. Prioriteiten waar dit College zich aan wenst te committeren. We zijn het eens met de eerste drie prioriteiten die het College stelt: 1. Woningbouw. 2. Kruispuntkerk en realisatie nieuwe Fortgensschool, dat natuurlijk aan mekaar verbonden is 3. Sportaccommodatiebeleid. De extra ambtelijke capaciteit voor Woningbouw vinden we te billijken; zou er eigenlijk geen extra ambtelijke capaciteit moeten komen voor het Sportaccommodatie beleid? Dat is nu niet geregeld. Om die reden dienen we motie 328 in om ervoor zorg te dragen dat er voldoende, duurzame ondersteuning in de toekomst is.

Het Hernieuwd gebruik van het Ambachts- en Baljuwhuis- prioriteit 4- vinden we niet onbelangrijk, maar zien dit vooral als uitvoeringskwestie en niet als prioriteit op zichzelf.

Maar we vinden het heel gek dat de 5e prioriteit er niet bij staat: het sociale domein. 35 % van onze begroting is Sociaal Domein (29 miljoen van 83 miljoen). Die ambtenaren gaan niet in eens op woningbouw zitten. Ik vind het niet goed dat dit volledig politiek en bestuurlijk veronachtzaamd wordt. Nog alles even op een rijtje zettend de afgelopen jaar: Na een vernietigend Rekenkamer rapport over het Minimabeleid, een ook negatieve second opinion van een tweede onderzoeksbureau, een kritisch rapport over Voorschoten voor Elkaar als het gaat om Jeugdzorg. En dan nog eens geen nadrukkelijke aandacht in de begroting 2024 voor bestaanszekerheid. Ja, voorzitter ik weet niet wat er nog meer moet gebeuren om dit als prioriteit op te pakken.

En daar komt bij: dat door die lastige financiële situatie gemeenten de neiging hebben om juist te gaan bezuinigen op dat kwetsbare Sociale Domein. En daar wil ik echt politiek voor waken. Juist op dit onderwerp moeten wij als raadsleden juist zijn voor de mensen die in kwetsbare posities zitten. Die afhankelijk van de nukken en grillen van deze lokale overheid. Bewoners die in deze positie zitten gaan niet inspreken. Die hoor je gewoon simpelweg niet.

Juist om dat de komende jaren zo cruciaal gaan zijn, met dat moeilijke financiële perspectief., moet het sociale domein prioriteit hebben. Niet per se in geld, wel in bestuurlijke en politieke aandacht. Zodat we het nooit kunnen vergeten. Daarom dienen we amendement 301 in.

Verder waren we verheugd te lezen over de resultaten van de kleine pilot van ons Jongerenwerk. Een beetje extra budget, waardoor onze jongerenwerkers zich vooral kunnen focussen op dat waar ze goed in zijn: werken met jongeren. Wat ons betreft kunnen we dit kleine initiatief met twee jaar verlengen en opnemen in de begroting voor volgend jaar. Ik dien daarom motie 331 in.

Voorzitter, ik ga afsluiten. Met aantreden van een nieuw kabinet is ook een einde aan het tijdperk Mark Rutte gekomen. Een periode waarin veel beleid als uitvoering werd beschouwd, ontdaan van enige ideologie. Rutte deed het iedere keer voorkomen alsof veel nieuw beleid al eigenlijk staande praktijk was. Ik heb Rutte altijd goed gevolgd. Naast dat het een aardige man was en een uitstekende ‘people manager, had hij juist stevige ideeën over samenleving en de rol van de overheid. Hij was helemaal niet visieloos. Rutte stond voor een kleine, slagvaardige overheid. Met zo min mogelijk regels voor burgers en bedrijven. Met zelfredzaamheid als liberaal sprookje. De participatie-samenleving komt echt uit zijn koker. Hand in eigen boezem, mijn partij heeft daar aan meegewerkt. Op bepaalde punten zeker verzacht, maar onder aan de streep troffen die bezuinigen vooral de kwetsbaren in de samenleving. Dat had juist de PvdA nooit mogen laten gebeuren. De Idefix van zelfredzaamheid houdt namelijk onvoldoende rekening met de mensen die dat niet zijn. Teveel wordt geredeneerd vanuit de ideale situatie van mensen. En voorzitter, het leven is nu eenmaal niet ideaal.

Met de komst van een nieuw kabinet houd ik mijn hart vast. Ik hoop dat ze tot inkeer komen en die korting op het Gemeentefonds afschaffen. Maar ik heb er een hard hoofd in. Ik wil niettemin blijven geloven in samenleving die van ons allemaal is. Niet enkel voor de mensen die gezondheid zijn, over voldoende inkomen beschikken of al generaties uit Appelscha komen. Ik wil niet terug naar een verleden dat er nooit geweest is. Ik wil vooruit kijken naar een toekomst die we samen kunnen maken. Waarbij iedereen als volwaardig lid kan deelnemen aan onze samenleving. Waar de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Principes die wat mij betreft veel meer in Voorschoten zouden moeten opgaan, maar die te lang genegeerd zijn. Ik wil blijven werken aan een Voorschoten dat van ons allemaal is. Dat verdienen wij, dat verdient Voorschoten.”

Arnold Posthuma

Arnold Posthuma

Ik ben geboren (1981) en getogen in het mooie Brabant. Opgegroeid in een hecht katholiek gezin. Al jong de kwetsbaarheden van het bestaan ervaren door het leven met mijn geestelijk gehandicapte zusje. Zelf een doorsnee jongen; voetballen, schaken, school, vrienden en al snel politieke interesses. Politicologie gestudeerd in Nijmegen, en korte tijd in Polen. Als

Meer over Arnold Posthuma