Voorschoten lijkt een welvarend dorp. Veel Voorschotenaren stellen zich geen vragen over hun bestaanszekerheid. Maar dat geldt niet voor iedereen. In 2020 telde Voorschoten 550 huishoudens met geregistreerde problematische schulden. 1 op de 14 huishoudens heeft een gezamenlijk inkomen rond het sociaal minimum. Deze huishoudens zijn financieel kwetsbaar.
Volgens Arnold Posthuma (lijsttrekker PvdA) moeten we hier in de gemeentelijke politiek meer aandacht voor vragen. “Als je eerlijk bent dan lijkt het in de publieke opinie alsof het soms alleen over het AB- huis gaat of over nieuwe lantarenpalen in de Voorstraat. Maar wat echt belangrijk is, is dat we iets kunnen doen aan de bestaansonzekerheid in het dorp.”
Bestaansonzekerheid en geldzorgen hebben invloed op onze gezondheid en onze zelfvertrouwen. Het is een bron van stress en werkt door in de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Vaak beginnen ze met een achterstand op school die nog maar moeilijk in te halen is met alle maatschappelijke gevolgen van dien.
Het Nederlandse vangnet voor mensen met geldproblemen en schulden kent verstikkende regels. Inkomensveranderingen kunnen leiden tot problemen met gemeentelijke toeslagen of toeslagen vanuit het Rijk. De wantrouwende overheid zorgt voor onzekerheid. Dit vergroot de financiële zorgen. Hierdoor blijven kansen onbenut en raken mensen vaak verder in de problemen.
Voor de PvdA is dit onaanvaardbaar. De bestaanszekerheid van de financieel meest kwetsbare Voorschotenaren moet worden vergroot. Er bestaan allerlei regelingen. Bij gemeentelijke belastingen zijn er kwijtscheldingsregelingen voor de minst draagkrachtigen, de stichting Leergeld Voorschoten helpt kinderen mee te doen met sport, muziek, culturele activiteiten of bij het verkrijgen van een tablet en schuldhulpmaatje ondersteunt bij schuldhulpverlening. Maar deze regelingen zijn slechts effectief als ze laagdrempelig en in samenhang worden ingezet voor het vergroten van het perspectief.
Arnold Posthuma: “De PvdA wil dat de gemeente nog dit jaar de bestaande regelingen op een rijtje zet en kritisch doorlicht. Daarbij moeten verschillende vragen worden beantwoord. Doen deze regelingen waar ze voor bedoeld zijn? Worden de mensen waarvoor ze bedoeld zijn wel bereikt? Hoe staat het met de toegankelijkheid en de gemeentelijke informatievoorziening? Is er voldoende samenhang tussen de regelingen en in de uitvoering hiervan? Wat kunnen we leren van andere gemeentes? En tenslotte, wat moeten we anders en beter doen dan tot nu toe. Daar zal de PvdA zich voor inzetten.”