(6) Financiën
De financiële positie van de gemeente Voorschoten is zorgelijk. Of niet? Of toch wel? Of misschien valt het mee? Maar misschien ook weer niet?
De raad en daarmee ook de PvdA-fractie weet het eigenlijk niet. We kunnen het niet weten. Iedere keer dat we “informatie” van het college krijgen, horen we iets anders. Hoogte-, of dieptepunt was een vergadering eind 2015 waar we ingingen met de door het college aan de raad verstrekte “kennis” dat de financiële situatie van Voorschoten praktisch onhoudbaar was geworden, maar een uur of twee later bleek, volgens datzelfde college, opeens dat we niet eens in de buurt van een probleemsituatie kwamen. Kunt u het volgen? Wij ook niet.
Stelt u zich eens voor dat de bank u opbelt en zegt dat u een groot, groot en acuut financieel probleem heeft. Om het op te lossen, wordt direct een afspraak met u gemaakt. U gaat naar de afspraak en schuldhulpverlening, betalingsregelingen, misschien zelfs loonbeslag en alle opties die u zich maar kunt bedenken, gaan over tafel. U voelt zich niet helemaal lekker en met de pijn in de buik vraagt u zich af hoe het zo ver is gekomen. Ja, u heeft weleens geld geleend, maar u betaalde toch altijd netjes af en waar komt nu opeens dit enorme probleem vandaan—u probeert erachter te komen, maar echt duidelijk wordt het niet. Na een uur of twee zweten en buikpijn en net als u denkt dat u de rest van uw leven bezig bent met het afbetalen van schulden. zegt de adviseur van de bank opeens: “Ja, nee, eigenlijk heeft u geen probleem. Sterker nog; u staat er financieel goed voor.”
Als u boos wordt en zich afvraagt hoe het heeft kunnen gebeuren dat de bank u voorspiegelt dat u in grote problemen zit terwijl er niets aan de hand was, zegt de adviseur laconiek: “Tsja, nou ja. Ik begrijp niet waar u zich druk over maakt. Ik dacht dat u wel blij zou zijn dat u er veel beter voorstond dan wij u vertelden.”
Kunt u het zich dat voorstellen? Het is namelijk precies hoe het college de raad informeert over de financiën van de gemeente. En niet eenmalig, maar keer-op-keer. Er is geen geld, maar dan is er opeens weer wel geld. We moeten bezuinigen, maar dan valt het weer mee. Dat is een groot probleem omdat de gemeente niets kan zonder geld. Als we geen goed beeld hebben van de financiële positie van de gemeente, kunnen we ook geen weloverwogen keuzes maken. In de raad voltrekt zich steeds hetzelfde patroon: als de oppositie een voorstel doet of een investering voorstelt, is er geen geld. We hebben als Voorschoten immers een zware financiële positie. Als de coalitie iets wil, is er opeens wel ergens geld te vinden.
Zo wordt consequent vermeden dat de coalitie moet kiezen tussen bijvoorbeeld investeringen in nog een supermarkt in het centrum, of in sportvelden, in groen, of in de Duivenvoordecorridor. De inhoudelijk politieke discussie wordt consequent onmogelijk gemaakt door te beweren dat er geen geld is. Het college zag recent bijvoorbeeld nog geen geld om in de sportvelden te investeren, maar ondertussen kan naast miljoenen investeren in de aanleg van een extra supermarkt wel gekeken worden naar de mogelijkheden om een haventje in het centrum aan te leggen. En nu duidelijk is geworden dat het veel sportminnende Voorschotenaren toch wel erg bont werd als er niets meer kan, zullen we binnenkort zien dat de coalitie toch weer ergens een “potje” vandaan tovert, want dat hebben we al eerder gezien: zodra er massaal protest is, luisteren de coalitiepartijen opeens wel en dan doen ze zich voor als redders en beschermers van het dorp. Dat het hun eigen plannen zijn die ze om zeep helpen met hun “redding” wordt voor het gemak nooit vermeld.
Het gebrek aan inzicht in de financiën van de gemeente zorgt ervoor dat de raad niet in staat is om echte keuzes te maken en uiteindelijk lijden we daar allemaal onder.