Het aantal analfabeten, laaggeletterden en digibeten is groter dan velen denken. Volgens het Taalhuis Voorschoten kan 1 op de 10 inwoners onvoldoende Nederlands lezen, schrijven of spreken. Ze hebben moeite zich staande te houden in onze digitale wereld.
Tijdens een werkbezoek van de PvdA aan het Taalhuis spreken we Hanneke de Waal, Joke Boshuizen en Katinka Lina. Het Taalhuis is in 2016 gestart en verzorgt een groot aantal activiteiten. Er is een taalklas voor cursisten die ouder zijn dan 18 jaar en niet meer inburgeringsplichtig zijn. Daarnaast zijn er één op één trajecten waarbij 60 vrijwilligers ‘taalvragers’ begeleiden, waarvan veel nog in een inburgeringstraject zitten. De vrijwilligers volgen een training van vier dagdelen.
Taalhuis en bibliotheek doen nog veel meer. Er is een formulierenbrigade, er zijn cursussen computervaardigheden en er is elke dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur een Digitaal Spreekuur. Het Taalhuis werkt samen met lokale partners als Vluchtelingenwerk, de vrijwilligerscentrale en de hockeyclub Forescate.
Het gebouw van de bibliotheek en het Taalhuis is een centrum van activiteit. Een nieuw idee is volgens Hanneke de Waal een Taalcafé, waar ‘taalvragers’ met elkaar praten over concrete onderwerpen. Al doende leert men!
Er zijn ook knelpunten aldus Hanneke, Joke en Katinka. Laaggeletterdheid kom je niet alleen tegen bij allochtone Nederlanders. Maar autochtone laaggeletterden komen nauwelijks naar het Taalhuis. Er is een grote barrière om die stap te zetten. Ook is het een illusie te denken dat laaggeletterdheid vooral bij nieuwkomers en ouderen voorkomt. Hanneke de Waal wijst op onderzoek dat vaststelt dat een kwart van de kinderen de basisschool met een taalachterstand verlaat.
Een tweede knelpunt is de financiering. De taalklas wordt wel gefinancierd maar de één op één trajecten met vrijwilligers hebben geen recht op financiering. Het is telkens afwachten of er nog wat subsidie van de gemeente komt. Dat geeft veel onzekerheid.
Een derde knelpunt. Het is belangrijk dat cursisten na verloop van tijd buiten hun eigen kring in een omgeving gaan functioneren (met een baan of als vrijwilliger) waar ze in de dagelijkse omgang de Nederlandse taal spreken en hun taalvaardigheid ontwikkelen. Die stap blijkt in de praktijk best moeilijk en er zijn niet veel mogelijkheden.
De PvdA vindt dat het Taalhuis moet worden gekoesterd. Wij zullen ons ervoor inzetten dat na de verkiezingen afspraken worden gemaakt over een project Taal & Digitaal dat bij de ervaringen aansluit, knelpunten benoemt en concrete plannen ontwikkelt. En dat niet vanachter de tekentafel, maar samen met de echte deskundigen uit de praktijk.
Wie doen er mee?