Geld voor armoedebestrijding is niet bestemd voor het dichten van gaten in de begroting
De rijksoverheid heeft extra geld – de zogenaamde Klijnsma gelden – ter beschikking gesteld om armoede onder kinderen te bestrijden: Voor Voorschoten is dat voor de komende jaren een bedrag van € 83.000 per jaar.
Ongeveer 10% van de gezinnen in Nederland leeft op het bestaansminimum. In Voorschoten ligt dit percentage op 7,9%. Voor gezinnen in deze situatie is het heel lastig om de eindjes aan elkaar te knopen. Anders dan hun vriendjes en vriendinnetjes, is het voor kinderen uit deze gezinnen niet mogelijk om lid te worden van een sportclub of om naar muziekles te gaan. De overheid vindt het belangrijk om deze kinderen mee te kunnen laten doen en heeft daarvoor middelen gereserveerd. Dit geld wordt via de gemeenten verdeeld.
Het college stelde in de raadsvergadering van 6 april jl. voor dit geld te gebruiken voor het sluitend maken van de begroting. De PvdA stemde net als GroenLinks en de SP tegen dit voorstel. VVD, ONS, CDA en D66 stemden voor, waarmee het voorstel werd aangenomen.
De aanstaande armoedeconferentie die de gemeente binnenkort organiseert biedt een goede gelegenheid om de aard en omvang van het armoedeprobleem in Voorschoten nader te bekijken, om daarna op basis van een volledig beeld het gesprek over het bestrijden van armoede in de gemeente met elkaar te voeren. Pas dan weten we of de regelingen die Voorschoten nu al heeft toereikend zijn, en of de Klijnsma gelden in Voorschoten nodig zijn.
De PvdA is bovendien van mening dat het oneigenlijk is om middelen van het rijk die bestemd zijn voor zorg in te zetten om problemen op te lossen die ontstaan zijn door onverantwoord financieel beleid door college en raad.