Het Segaar-terrein aan de Leidseweg is na het vertrek van tuincentrum Segaar in 1999 in handen gekomen van projectontwikkelaar Niersman. De gemeente bezit het daarnaast gelegen stuk groen aan de Korte Vliet (Arsenaal).
Vier jaar lang spraken projectontwikkelaar en omwonenden over een voorkeursoptie voor bebouwing op één of beide stukken grond. Wat startte als een positieve pilot om omwonenden te betrekken bij de inrichting van het terrein, verzandde in een stroperig traject door gebrek aan regie. De gemeente veronderstelde dat de twee partijen er samen uit konden komen, en reageerde te laat toen dat niet lukte.
Alle partijen in de raad zijn het erover eens dat het hoog tijd wordt om de knoop door te hakken in dit dossier. Het betreft hier drie belanghebbenden: 1) de omwonenden die het parkje aan de Vliet willen behouden; 2) de gemeente die woningbouw wil realiseren en haar financiële positie wil versterken; en 3) de projectontwikkelaar die woningen wil bouwen en opbrengsten wil genereren.
Sprekend is hoe wethouder de Bruijn de voorgestelde tussenvariant (80 woningen op het Segaar-terrein, 15 op het Arsenaal-terrein) typeert: ‘een compromisvoorstel waar niemand echt blij van wordt’. De worsteling bij de belangenafweging zien we terug in de commissievergadering van 19 november. Terwijl ieder standpunt apart goed te begrijpen valt, is het de vraag of het verstandig is alle belangen te willen beantwoorden bij dit project. Uiteindelijk zal dit geen van de belanghebbenden tevreden stellen en gaat er een schaars stukje groene ruimte in Noord-Hofland, op een locatie met potentie, verloren. Dat kan het ‘natuur-inclusief bouwen’ niet compenseren.
De PvdA zou graag zien dat we als college en raad breder kijken, dat we op gemeenteniveau werken aan het realiseren van de doelstellingen, en niet alles uit dit project willen halen. Dat betekent ons inziens voor dit terrein: behouden en opknappen, zodat het een aantrekkelijk parkje aan het water wordt. Daar profiteren niet alleen omwonenden van, het bevordert tevens een aantrekkelijk leefklimaat in een wijk die niet rijk bedeeld is met groen. Het is ook belangrijk om de toenemende hoeveelheid regenwater af te kunnen voeren en hittestress tegen te gaan. Op diverse andere plekken is nog voldoende ruimte voor woningbouw. Een bredere kijk zou ook recht doen aan een correcte afwikkeling van het participatietraject, dat de gemeente vier jaar geleden niet voor niets heeft opgestart. En het zou ook betekenen dat GroenLinks en D66 zich samen met ons houden aan hun belofte: ‘dit stukje groene ruimte moet groen blijven’.