De gemeenteraad bespreekt voor de zomer nog een aantal belangrijke onderwerpen. Vorige week ging ik in op de ‘veranderende rol van de lokale overheid’. Deze week deel ik graag een observatie over financiën.
Vergroot inzicht in de jaarlijkse kosten voor een functie, zoals het zwembad.
Afgelopen donderdag besprak de gemeenteraad de kadernota. Met de bespreking van deze nota geeft de raad het college richtlijnen voor het opstellen van de begroting voor volgend jaar. Het is positief dat het college dit moment naar voren heeft gehaald, zodat het bij de opstelling van de begroting de gevoelens van de raad mee kan nemen.
De raad besloot € 1 miljoen te reserveren om het zwembad de komende 10 jaar open te houden (€ 100.000 per jaar voor onderhoudskosten). Daar komt jaarlijks nog € 85.000 bij voor de exploitatie. Dit bedrag is niet genoeg, maar het zwembad kan daarnaast de ruim 9 ton inzetten, geld van de gemeente, dat eerder naar het zwembad is overgemaakt.
Het rapport ‘De waarde van zwemmen’, dat bureau Keizers & Visser in opdracht van het college heeft opgesteld, geeft een overzicht van de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen aan het zwembad:
1) De bijdrage aan de exploitatie bedraagt zo’n € 200.000;
2) Het jaarlijks onderhoud vraagt gemiddeld zo’n € 200.000;
3) Tot 1 januari 2023 financiert de gemeente zo’n € 300.000, het afschrijvingsdeel voor in het verleden uitgevoerde investeringen. Vanaf 2023 dalen deze kosten, omdat de investeringen voor de bouw van het zwembad dan zijn afgeschreven.
Opgeteld kost zwemmen in Voorschoten nu dus zo’n € 700.000 per jaar. Na 2023 daalt dat bedrag naar ongeveer € 275.000. Omdat er nu geld uit de reserves wordt gehaald, lijken de jaarlijkse kosten mee te vallen: € 85.000. De rest zie je in de begroting niet meer. Maar feitelijk kost zwemmen dicht bij huis dus veel meer.
Een zwembad is meer dan een grote som geld die de gemeente bijdraagt. Veel kinderen hebben er leren zwemmen, en veel mensen trekken er hun baantjes. Het is fijn dat dat dichtbij huis kan. “Die maatschappelijke waarden zijn lastig in geld te vatten. Het is de gemeenteraad die nu bepaalt hoeveel gemeenschapsgeld een zwemvoorziening in de situatie van Voorschoten mag kosten, zo schrijven de adviseurs van Keizers & Vissers”. En die beslissing is voor het zwemmen positief uitgevallen.
Het is niet mijn bedoeling hier een politieke uitspraak te doen – ook mijn fractie wil het liefst de zwemfaciliteiten voor de komende periode behouden -, maar ik vind het belangrijk dat inwoners zich realiseren dat het openhouden van het zwembad jaarlijks veel geld kost. Ik schat in dat veel mensen zich daar niet bewust van zijn. Ik zou het goed vinden wanneer we als gemeente dit ook op deze wijze naar inwoners communiceren, zodat we het gesprek over waar we onze (zeer beperkte) middelen op in willen zetten, zo goed mogelijk voeren. Dit ook tegen de achtergrond van andere grote opgaven waar de gemeente voor staat zoals de ‘opvolging van het Cultureel Centrum’, woningbouw en de energietransitie. Ik wens u een fijne zomer!’