Door op 31 oktober 2016

PvdA roept partijen op om goede doordenking bij indicatiestelling van de zorg

In de laatste commissievergadering Mens & Samenleving dienden CDA, GL, D66 en SP een motie in om de indicatiestelling van de zorg in de gemeente voortaan anders te gaan organiseren.  De partijen baseerden zich op een rapport van de FNV, een rechterlijke uitspraak, een inspreekster en een rondje nabellen bij zorgaanbieders. In het rapport werd Voorschoten genoemd in het rijtje van ‘het overgrote deel van de  gemeenten die de indicatiestelling niet op een onafhankelijke manier uitvoeren’.

Op zich een goed idee om hierover vragen te stellen aan het college, maar de partijen koppelden hier tegelijkertijd de opdracht aan het helemaal over een andere boeg te gooien.  Zonder daarbij eerst met het college, betrokken ambtenaren, WMO-consulenten, zorgaanbieders en cliënten in te zoomen op het probleem.  Hoe is de indicatie van de zorg nu precies geregeld in Voorschoten? Wat zijn de ervaringen van de WMO-consulenten die samen met de zorgaanbieder de ‘keukentafel gesprekken’ uitvoeren?  Lopen ze tegen problemen aan? Hoe zien die er uit? En als er problemen zijn, hoe groot zijn die dan? Betreft het één cliënt, een paar of een heel veel? Wat zijn de ervaringen van cliënten?

Deze opstelling ging de PvdA veel te snel. Commissielid Marjolijn Eshuis riep de partijen dan ook op in de toekomst “als commissie eerst met elkaar in te zoomen op de problematiek, eerst goed weten waar we het over hebben, en niet zomaar af te gaan op rapporten en enkele telefoontjes, voordat we het college vragen het anders te gaan doen.  Zonder daarbij ook alle informatie mee te nemen, zonder daarbij de organisatorische en financiële consequenties in beeld  te hebben gebracht. Er ligt bijvoorbeeld ook een cliëntervaringsonderzoek waarin cliënten de dienstverlening WMO over het algemeen positief waarderen. Deze opstelling brengt onnodig onrust met zich mee en diskwalificeert de huidige werkwijze op voorhand.

Uitbesteding zou betekenen dat de indicatie voor ‘een schoon en leefbaar’ huis door een andere partij gedaan wordt dan de indicatie voor de overige voorzieningen WMO, met consequenties voor het integraal werken (1 gezin, 1 plan, 1 regisseur). Uitbesteden zou de gemeente structureel € 100.000 kosten, en daar komen nog hoge kosten voor herindicatie bij.

De gemeente heeft in reactie op deze discussie een extern juridisch onderzoek laten uitvoeren, waaruit blijkt dat de gemeente de indicatiestelling WMO volgens ‘een wettelijk geoorloofde systematiek’ uitvoert en de werkwijze niet conflicteert met uitspraak Centrale raad van beroep, die de indieners van de motie aanhalen.

Het rapport geeft ook een paar adviezen mee:  “Het resultaat van wat een ‘schoon en leefbaar huis’ inhoudt moet preciezer omschreven worden, en onderzocht moet worden of het budget dat zorgaanbieders ontvangen voldoende is om ‘schoon en leefbaar huis’ voor cliënten in Voorschoten te realiseren. De beschikking moet ook bijdragen aan de zelfredzaamheid van de cliënt”.

De conclusie is dat de huidige werkwijze voortgezet kan worden, met daarin aandacht voor de aanscherpingen. Het college heeft  inmiddels toegezegd die op te pakken, goed aandacht te hebben voor kwetsbare cliënten en na te gaan op welke punten er behoefte is aan verbetering van de communicatie over de spelregels van het keukentafelgesprek.

Net zoals alle partijen is ook de PvdA voor een goede en correcte indicatiestelling voor cliënten van de WMO.  De PvdA heeft echter moeite met de ingediende motie. Niet met het resultaat van waar het in de motie over gaat, een goede indicatiestelling voor ‘een leefbaar en schoon huis voor mensen die dat nodig hebben’, maar wel de oproep de indicatiestelling direct helemaal anders te gaan inrichten. Laten we in de toekomst als commissie eerst de tijd nemen om met elkaar goed te weten waar we het over hebben, voordat we als partijen oproepen het helemaal anders te gaan doen.