De huizenmarkt zit op slot. In Voorschoten is weinig en vooral duur gebouwd. Wat mogen we de komende jaren verwachten? Hoeveel woningen komen er bij en wat voor woningen zijn dat? Ad de Graaf zet de cijfers op een rij.
Na afronding van de projecten in de Duivenvoordecorridor met uitsluitend 75 dure tot zeer dure huizen staan er nu vijf grote bouwprojecten op stapel. Er is nog geen spade de grond in, maar verwacht mag worden dat deze projecten de komende vier jaar worden afgerond. Het gaat dan om Starrenburg 3, Intratuin, Arsenaal/Segaar, Beresteijn en het klooster. Bij elkaar gaat het om iets meer dan 800 woningen.
Als je wat preciezer naar de plannen kijkt dan zie je dat de toename van het aantal woningen voor huishoudens met een smalle beurs beperkt is. Van de 812 woningen zijn er 100 in het sociale huursegment en komen er 67 sociale koopwoningen die maximaal €200.000 zouden mogen kosten. In het sociale domein worden bij het klooster 112 niet-zelfstandige zorgeenheden gebouwd.
Onduidelijk is het beeld voor senioren die willen doorstromen naar een leuk appartement. In het centrum zouden bij het klooster 40 dure appartementen komen en 20 in de middencategorie. Bij Starrenburg zou het gaan om 92 koopappartementen. Onbekend is hoeveel deze gaan kosten.
De conclusie is dat de afgelopen jaren vooral heel dure woningen zijn gebouwd. Middeninkomens en huishoudens met een smalle beurs vallen buiten de boot. Weliswaar komen er de komende jaren iets meer betaalbare woningen, maar het dure segment boven de 5 tot 6 ton heeft de overhand.
Ad de Graaf: ”Om meer betaalbare woningen te krijgen moeten we in de eerste plaats zorgen voor een versnelling van het woningbouwprogramma met andere projecten die in de pijplijn zitten en waarbij veel meer accent moet liggen op woningen voor huishoudens met een laag of middeninkomen en voor senioren die willen doorstromen. Dit is de laatste jaren verwaarloosd. In de tweede plaats moeten we de samenwerking met corporaties en projectontwikkelaars intensiveren en hardere afspraken maken. De gemeente heeft corporaties en ontwikkelaars hard nodig, maar het omgekeerde is zeker ook het geval. En in de derde plaats moet worden gezorgd voor een stevige organisatie die het onderhandelingsproces met projectontwikkelaars en corporaties beheerst. De kosten hiervan kunnen worden gedekt uit de belastingopbrengsten die dit soort bouwprojecten opleveren. Hier zal de PvdA zich hard voor maken.”